Boenhokken
Logisch dat in dit waterrijke gebied, naast de nadelen die het meebracht, ook de voordelen van het water werden benut. Bij de opbloei van de zuivelproductie (vooral kaas) in de 19e en 20e eeuw en de economische groei die dat meebracht, zijn zeer veel boerderijen verbouwd, aangepast of vervangen.
Een zeer kenmerkend element daarbij was in deze streek het boenhok. Het putwater was onvoldoende om alle kaasvaten en melkemmers te reinigen. Daarom werden er boenstoepen aangelegd bij de sloot, die ook steeds vaker overdekt werden om wat bescherming te bieden tegen weer en wind. Het waren eenvoudige functionele gebouwtjes met een stenen stoep, waar het gerei kon worden gereinigd.
Het slootwater was nog van zeer goede kwaliteit door veelvuldig baggeren en gebruik van milieuvriendelijke middelen als groene zeep en zand. Vervuilende bezigheden zoals hennep roten gebeurde in afgesloten water.
Soms zijn deze bijgebouwtjes fraai uitgevoerd met windveren, zaagwerk en mystieke symbolen. Dergelijke versieringen stammen uit vroege tijden, waarin bijgeloof een grote rol speelde.
Speciaal rond Lopik komt op de boenhokken een zonneradsymbool vaak voor. Het staat in de zonnecultus voor geluk; ook religieuze motieven als hart (liefde), anker (hoop), kruis en kelk (geloof) komen voor op geveltekens van boerderijen in de streek.