Crinkly
Waar water is, is de soortenrijkdom in de natuur groot. Nieuwe natte natuur beïnvloedt de biodiversiteit enorm. Ook het natuurontwikkelingsgebied Willeskop trekt in alle seizoenen veel vogels aan (zie routebeschrijving Kooiroute>punt 3, vanuit de uitkijktoren te zien in noordelijke richting). Deels komen ze er foerageren, deels ook rusten en slapen ze op de veilige waterplassen na hun buik vol gegeten te hebben in de polder.
Het aantal broedvogelsoorten steeg in 4 jaar naar 29.
In het voorjaar verzamelen zich er grutto’s, soms wel 1000. In de winter zijn het vooral eenden in vele soorten. Vooral het gefluit van de smienten is niet van de lucht. Vanaf begin november kunnen we ook groepen kleine zwanen verwachten.
De uit Rusland afkomstige kleine zwaan mist de oranje snavel en knobbel van zijn Hollandse familielid, is veel kleiner en heeft een geel/zwarte snavel. Wereldwijd beslaat de populatie slechts 25.000 exemplaren, waarvan ¾ in Nederland overwintert, hetgeen ons een bijzondere verantwoordelijkheid geeft. De dieren leven in familiegroepen en zijn met hun kloe-woe geluid gemakkelijk te onderscheiden van andere zwanen.
Het aardige is dat deze wintergasten zeer trouw zijn. Zo blijven partners elkaar eeuwig trouw, blijven families jarenlang bijeen en keren ze jaarlijks terug in dezelfde polders. Op zich al bijzonder om uit Siberië zonder “TomTom” hetzelfde weiland in Lopik terug te vinden.
Zo keert elk jaar 145U, een dier met aldus gemerkte halsband, met haar hele familie hier terug. Het schept met de vele vogelaars, die deze dieren volgen, een soort band, een moment van weerzien, van herkenning. Het anonieme dier wordt opeens een individu.
Wat te denken van Crinkly. Deze vogel werd vanwege zijn vergroeide kromme nek Crinkly (Kronkeltje) gedoopt en vertoont zich jaarlijks.
De kleine zwaan leeft vooral van waterplanten (fonteinkruid) en oogstresten (aardappels, mais). Pas in het voorjaar schakelen zij over op gras om vervolgens in maart weer naar Rusland te vertrekken.
Naast de zwanen miegelt het van de ganzen in het reservaat. De grauwe gans is het jaar rond aanwezig, evenals de Canadese gans. ‘s Winters krijgen zij gezelschap van talloze brand- en kolganzen uit het hoge noorden. Tussen al dit leven is vaak wat bijzonders op te merken. Vele zeldzame vogelsoorten vertonen zich vooral in de trektijd en bij enthousiaste liefhebbers is Willeskop inmiddels een begrip.
Zuid-Europese zeldzaamheden als steltkluut, witvleugelstern, griel en veel andere soorten zijn hier al gespot.
Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.