De Kerfwetering
Halverwege de Gravekoopse en ook de Nieuwenbroekse Dijk kruist de weg een breed water. Het betreft hier de Kerfwetering. Mogelijk is de naam afgeleid van ‘kerf’ (insnijding) en watering. De polder Gravekoop is ongeveer in 1300 ontgonnen en kende al na 40 jaar later wateroverlast door inklinking en oxidatie van het veen. Willem II, graaf van Holland, had al in 1250 polderbesturen ingesteld en in 1337 vraagt het bestuur van Gravekoop om een afwateringssloot (watering) te mogen graven.
In het besef dat de plassen toen nog niet bestonden, werd het water afgevoerd naar de Hollandsche IJssel via polders Roggebroek en Steyn. Rond 1600 ontstonden weer problemen door bodemdaling. In de Breevaart werd de sluis Dubbelverlaat gebouwd, een sluis met twee uitgangen elk ook met zijn eigen molen, één voor Reeuwijk en één voor Sluipwijk. Aan de Kerfwetering lagen boerderijen, vooral via het water bereikbaar. De toegang over land ging met lange paden naar de Lecksdijk. De laatste daarvan overgebleven boerderij en daarmee een van de oudste, is nog te vinden bij Lecksdijk 22, ‘Hofstede aan de Kerfwetering’.
Tussen 1700 en 1900 zijn door vervening de plassen ontstaan en veel oude afwateringskanalen en boerderijen zijn daarin verdwenen.
Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.