De Poppelendamse Molen

Auteur Pim Steenbergen
door Pim Steenbergen
17 november 2022

Op de hoek van de Wiericke, in het buurtschap Hogebrug stond eens een korenmolen. In tegenstelling tot watermolens die noodzakelijkerwijs vaak op afgelegen plaatsen lagen, stonden korenmolens vaak aan de rand van de steden. Maar zoniet deze molen van Poppelendam, vernoemd naar de populieren die hier ooit stonden. Vermoedelijk is de molen dan ook speciaal gebouwd, in een hoekje van Het Sticht(Utrecht) vanwege de smokkelwegen hier naar het Graafschap Holland. Meel was in Holland zwaar belast en op de smokkel van een brood stond, naar verluidt, 2000 gulden boete.

De wind behoorde, zoals bijna alles, toe aan de leenheer, en die verdiende dus geld aan de maalrechten door die te verpachten. De boeren kregen maaldwang opgelegd, en moesten dus gebruik maken van een bepaalde molen. Zo betaalden zij dus het maalgeld. Door dit maalgeld en omdat de molenaar vaak al te gretig in de zakken graaide, kregen graanmolenaars een slechte naam.
Al snel waren korenmolens in de volksmond plaatsen voor duistere zaken.
In de middeleeuwen waren in korenmolens ook vaak bordelen gevestigd, mede vanwege hun ligging aan de rand van de stad op de stadswallen. We spreken nog steeds van ‘De Walletjes’.
Ook waren molenaars notoire overtreders van de zondagsrust. Stond er op zondag, na enkele windstille dagen eindelijk wind, dan wilde de molenaar daar nog wel eens gebruik van maken.
Met de opkomst van de veeteelt in de plaats van akkerbouw en het verdwijnen van de grens hier, verloor de Poppelendamse molen zijn functie en verdween.

Bekijk ook…