De vier kastelen van Linschoten
Rond het kleine dorp Linschoten hebben ooit wel vier kastelen gestaan binnen een straal van twee kilometer. Behalve het “nieuwe” Huis te Linschoten uit de 17e eeuw, dat prachtig overeind is gebleven, zijn ze allemaal ook weer verdwenen.
In 1270 wordt het “Huys te Linschoten” voor het eerst vermeld en in 1438 blijkt het al een ruïne te zijn. De hoge heerlijkheid en de rechten blijven echter bestaan. In 1633 koopt Johan Strick, lid van de Staten Generaal van Utrecht de ruïne, maar het is hem te doen om de de rechten. Eén jaar later wordt Johan dan ook verheven in de adellijke stand en heet voortaan Johan Strick van Linschoten. In 1637 laat hij op een andere plek het huidige huis bouwen, dat tot 1891 in de familie blijft. Dan koopt tabakshandelaar Gerlacus Ribbius Peletier het landgoed op een veiling voor een slordige f 500.000. Als de laatste erfgenaam in 1969 sterft, laat die het landgoed na aan de Stichting Landgoed Linschoten, die het tot op heden beheert. Het omvat landerijen, boerderijen en centraal het parkbos met landhuis, dat alleen bij speciale gelegenheden toegankelijk is.
Vlakbij, aan de Kromwijker wetering, stond in 1355 al kasteel Wulverhorst. Een boerderij met die naam en de toegangspoort houden de herinnering eraan levend. De naam komt van Ernst van Wulven van der Horst, die toen eigenaar was. Zoals zoveel kastelen werd Wulverhorst tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten vernietigd. Van het materiaal van de ruïne is in de 17e eeuw de witte hoeve naast het kasteelterrein opgetrokken.
Op 2 km daarvandaan ligt aan de M.A. Reinaldaweg boerderij Heulestein. De dwarshuisboerderij is vernoemd naar het gelijknamige kasteel. Toen heette dit gebied “Heuland” naar de eigenaar Jan van Heulen. Achter de boerderij, waarin de kloostermoppen van het kasteel zijn hergebruikt, is deels de slotgracht nog zichtbaar aanwezig. Het 14e eeuwse kasteel van de familie De Rovere was in 1564 alweer verdwenen, want dan wordt in archieven alleen melding gemaakt van hoeve Heulestein.
Tenslotte lag aan de Engherzandweg Huis de Nesse in de gelijknamige polder. Behalve de naam en de voormalige oprijlaan is niets terug te vinden van het kasteel. Vermoedelijk is de huidige Graafbrug over de Lange Linschoten, de toegang geweest tot Huis de Nesse. In 1757 werd het kasteel voor afbraak verkocht. De laatste restanten zijn in 1787 verwerkt in de schans bij Linschoten even verderop. In 1948 zijn opgravingen verricht, waarbij een 11-hoekige vorm werd blootgelegd.
Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.