De Wierickes
Van een dubbele Enkele en een enkele Dubbele Wiericke.
Waar de Enkele Wiericke uitmondt in de IJssel staat boerderij “Wierxoord”. Een boerderij met een bijzondere historie, maar deze keer gaat het me vooral om de naam. Natuurlijk verwijst die naar de twee watergangen welke in 1363 met toestemming van hertog Albrecht van Beieren werden gegraven om het Utrechtse lastwater richting IJssel af te voeren. Oude landkaarten vermelden steeds ‘n andere naam of schrijfwijze voor deze watergangen tussen Rijn en IJssel: Wiericke, Grooten Wierick, Cleyne Wyericke, Wieringe, Lage Wiericken, Wierinksloot, d’ Wirck. Het wordt er allemaal niet duidelijker op. De oudste vermelding betreft de naam “Weyerincsloot”. Daarbij gaat het overigens om een ander watertje, nu een sloot westelijk vlak naast de huidige Prinsendijk en deels opgenomen in de Enkele Wiericke. Deze sloot vormde het einde van het Land van Steyn en de ontginning Oucoop. Het was de vaarverbinding tussen de burcht Wiltenburg (Wi-burch) en de Oude Rijn. Daar mondde het watertje uit met een kleine haven Wi-portus. Dit 11e eeuwse Europoort gaat nu door het leven als Weypoort. De namen Wiltenburg, Weypoort en Wiericke hebben dus dezelfde oorsprong, afgeleid van Wi of Weye wat staat voor weidegrond en een opvallende fonetische overeenkomst vertoont met het noordelijk aangrenzende Meije afgeleid van Mi (mede of made … akkergrond). Volgens Schönfeld, die de Nederlandse waternamen bestudeerde is Wirck een Frankische naam stammend tussen de 4e en 11e eeuw. Het zou aardig overeen komen met de motteburcht Wiltenburg ook stammend uit de Frankische tijd. Schriftelijke bronnen uit deze vervlogen tijden ontbreken, maar wie oude kaarten en het landschap goed leest kan zich vinden in deze theorie.
Tegenwoordig staan de watergangen te boek als Enkele en Dubbele Wiericke. Dit onderscheid verwijst naar de 16e eeuw met aparte afwateringen van aangrenzende polders, die hetzelfde traject volgden. Maar het kaartboek van het Groot-Waterschap van Woerden zaait alleen maar meer verwarring. Plaatselijk blijkt de Enkele Wiericke uit een dubbele waterloop en de Dubbele uit een enkele te hebben bestaan. Hier en daar leveren nu nog de laatste relicten van de middenkaden als eenzame kwijnende eilandjes een verloren strijd met de elementen en de erosie, een groot verlies aan cultuurhistorische waarde. In de 17e eeuw wordt de meest westelijke Wierickekade versterkt in opdracht van Prins Willem III en gaat sindsdien als Prinsendijk door het leven. De aanleg werd aanbesteed voor f34.561 De haastklus samenhangend met de Oude Hollandse waterlinie werd blijkbaar wat provisorisch uitgevoerd, want in 1673 was er al de eerste dijkdoorbraak. Herstelkosten bedroegen f24.135, hetgeen wijst op een enorme schade. Verantwoordelijk uitvoerder Graaf van Waldeck maakte ook een plan de dijk door te trekken naar de Amstel dwars door de Noordzijder polder. Vanwege de exorbitante kosten, geraamd op 500.000 gulden, werden toch maar de al aanwezige Lage Rijndijk en Meijekade verhoogd. Aan de Prinsendijk is voortdurend gesleuteld. In 1679 was er een verhoging, die niet meer dan 1500 gulden mocht kosten; in 1680 een verbreding met twee roeden en nog vele verhogingen maar ook verlagingen zouden volgen. Momenteel vormt de dijk een van de laatste onverharde wandelmogelijkheden in het centrale Groene Hart waar men natuur en cultuurhistorie kan beleven.