De Zuidbroekse Polder en molen
De Zuidbroekse molen is een zogenaamde Amerikaanse windmotor van het merk Hercules Metallicus uit 1922. Tot dan werd de polder Zuidbroek bemalen door een wipmolen, waarvan de fundering nog gedeeltelijk zichtbaar is.
De Zuidbroekse molen is de laatst overgebleven windmotor in Zuid-Holland en werd in 1984 aangewezen als beschermd provinciaal monument. Bij deze gelegenheid is de molen geheel gerestaureerd en geautomatiseerd. De polder wordt nu weer op windkracht bemalen, maar in windstille periodes wordt de bemaling automatisch overgenomen door een elektromotor.
Bijzonderheden bemalingsgeschiedenis
In de loop van de 15e eeuw besloot men in de polders Schuwagt, Den Hoek en Zuidbroek windbemaling in te voeren omdat de natuurlijke lozing niet voldeed. De polders loosden gezamenlijk op de Loet, die oorspronkelijk op natuurlijke wijze afwaterde op de IJssel. In 1859 werd naast de sluis een molen gebouwd, die als taak kreeg de Lekkerkerkse boezem af te malen wanneer lozen langs natuurlijke weg niet mogelijk was vanwege hoge waterstand op de IJssel. In 1868 werd de molen vervangen door het stoomgemaal 'Reinier Blok' .
Tien jaar later werd de opvoerhoogte vergroot zodat het gemaal rechtstreeks op de polders Schuwagt en Den Hoek kon bemalen. De daar aanwezige molens werden afgebroken. De polder Zuidbroek werd nog wel apart bemalen: tot 1922 werd gebruik gemaakt van een wipwatermolen. Deze brandde echter in dat laatste jaar af. Het onderhuis bleef bewoond, tot het in 1957 werd gesloopt.
De laatste molenaar was Klaas van den Hoek, die de molen bediende van 1912 tot 1922.
Deze tekst staat op het ANWB-informatiebord, vlakbij de molen.