Fierljeppen
In Friesland ligt de bakermat, maar in deze waterrijke streken van Holland en Utrecht wordt op het platteland het polsstokverspringen fanatiek bedreven. Op uw tochten treft u dan ook regelmatig speciaal daarvoor aangelegde springschansen. Het woord is afgeleid van fier, de stok en in Holland kortweg pols, en van ljeppen…verspringen.
De eerste schriftelijke vermelding stamt uit 1771, waarin een kastelein een wedstrijd uitschrijft. Aangenomen mag worden dat het springen veel ouder is.
In slotenrijke gebieden was het de oplossing voor jagers en vooral eierzoekers om je ongehinderd door het druk verkavelde land te begeven. Al op een 16e eeuws schilderij van Pieter Breughel lijken Hollandse polsstokspringers te zijn afgebeeld. Friesland is bekend om zijn traditie van eierzoeken en fierljeppen, maar dus ook in Holland en Utrecht werd het bedreven. Pas in 1957 beleeft het een opleving en worden de eerste sportwedstrijden georganiseerd. Sindsdien is de populariteit groeiende onder vooral dorpsjeugd.
Hoogtepunt vormen natuurlijk de missprongen, maar het record van 10,20 m uit 1957 is inmiddels verdubbeld. Om je in de jaarlijkse competitie tussen Holland en Friesland nu onsterfelijk te maken, moet je meer dan 20 meter over het water zeilen.
Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.