Fort Wierickerschans
De Gouden Eeuw heeft de Republiek der Nederlanden grote voorspoed gebracht, maar daardoor ook de jaloezie van de buren. Omringende machten vreesden het gevaar van de groeiende economische en politieke macht van de kleine republiek Holland.
In 1672, geschiedkundig bekend als het Rampjaar, escaleert de situatie en wordt Holland van alle kanten aangevallen door Pruisen, Fransen, Luxemburgers en Engelsen. In 1673 besluit Willem III dan ook tot het opwerpen van een sterke schans, ‘Een groot fort aan den cleynen Wierick’, het herstel van een zwakke defensieve plek aan de Rijn. Acht maanden later is de schans klaar, een vierkante grondvorm met vier bastions op de hoeken. De geweren (musketten) hadden een bereik van +/- 200 meter, daarmee werd bij de aanleg van de schans en gracht rekening gehouden. De bebouwing bood huisvesting aan 150 tot 300 man. In 1747 kreeg de schans een andere functie, namelijk buskruitmagazijn. Daartoe werd een kruithuis gebouwd met zeer dikke muren en gemetseld plafond.
Het buskruit werd in zakken opgehangen aan koperen haken aan met lood omklede balken, dit alles uit veiligheidsoverwegingen en om het vonken van ijzer te voorkomen.
Later werd het gevaarlijke goedje in tonnen met koperen ringen opgeslagen, in elk vat 50 pond. In totaal meer dan 17.000 vaten. In 1826 werd daarvoor speciaal een kuiphuis gebouwd. Rond 1870 verloor het fort de functie van buskruitopslag.
De huidige bebouwing (commandantswoningen, garnizoensbarakken en magazijnen) stamt verder uit 1775.
Tegenwoordig is het fort in gebruik als multifunctioneel centrum.
Verderop, waar de Dubbele Wiericke in de Rijn komt, lagen nog twee kleinere forten: fort ‘Niewerbrugh’ en de Molkerschans; de laatste werd later vervangen door fort ‘Pain-et-Vin’, genoemd naar de kolonel die er bevel voerde.
Fort Nieuwerbrug maakt onderdeel uit van de Waterlinie Audiotour.
Bron: Pim Steenbergen, Struinen en Vorsen