Herbestemming gemeentehuizen

Het Raadhuis aan de ’s-Gravenbroekseweg
Drie generaties van de famile Brack hebben  in dit gemeentehuis, hun eigen huis, vijftig jaar lang het burgemeestersambt uitgeoefend. Ze  verhuurden twee kamers aan de gemeente.
Het Raadhuis aan de ’s-Gravenbroekseweg is na 1918 nog bewoond door de burgemeestersfamilie Brack en werd later dokterswoning. Nu is het een particulier woonhuis. In november 2014 heeft er een grote brand gewoed, waarna de woning bijna geheel gerenoveerd moest worden.  Het is een Rijksmonument.

Het gemeentehuis aan de Raadhuisweg, uit 1918-1919
Het gemeentehuis is gebouwd, omdat de heer Brack na zijn ambtsperiode niet langer bereid was om een gedeelte van zijn woning aan de ’s-Gravenbroekseweg te verhuren aan de gemeente. Er werd besloten een nieuw gemeentehuis met burgemeesterswoning te bouwen. De officiële opening was op 14 juni 1919. De eerste verbouwingsplannen stammen uit 1949, toen kwam er centrale verwarming. Er volgen meerdere verbouwingen en uitbreidingen. In 1966 komt het plan voor het bouwen van een nieuw gemeentehuis al op tafel. In de begrotingsvergadering van 1980 werd groen licht gegeven voor de ontwikkeling van de plannen voor een nieuw gemeentehuis. Het gemeentehuis aan de Raadhuisweg, uit 1918-1919, is na 1985 omgebouwd tot appartementencomplex. Het  is een gemeentelijk monument.

Het gemeentehuis aan de Raadhuisweg, uit 1985
De eerste paal werd geslagen op 3 februari 1984, de verhuizing van oude gemeentehuis naar nieuwe vond eind februari 1985 plaats. Het gemeentehuis aan de Raadhuisweg, officiële opening was mei 1985, was aanvankelijk ook openbare bibliotheek, maar die is al snel verhuisd, waarna het stuk bibliotheek aan het gemeentehuis werd toegevoegd.
Na de fusie van gemeente Reeuwijk en gemeente Bodegraven, werd het gemeentehuis in 2015 verbouwd tot Thomashuis (woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking) en Herbergier (woonvorm gericht op mensen met geheugenproblemen). Op de plaats van dit gemeentehuis stond tot 1960 Hotel Zomerzorg.

Bron: gemeente Bodegraven-Reeuwijk