Het gegijzelde stadsbestuur van Gouda
Het gegijzelde stadsbestuur van Gouda
Waarom stormden boze boeren het Stadhuis binnen?
Sander Enderink | Wist je dat het stadsbestuur van Gouda gegijzeld is geweest? Dit moet wel één van de meest opmerkelijke momenten uit Rampjaar 1672 zijn geweest. Een groep boze boeren uit de omgeving van Waddinxveen en Boskoop gijzelde in dat jaar het stadsbestuur van Gouda. Wat was er gebeurd? Gouda had steeds geweigerd om het land ten oosten van de Gouwe onder water te zetten, maar het maken van de Oude Hollandse Waterlinie in andere polders had wel tot ongewone waterstanden op de rivier geleid. De wateroverlast leidde tot frustraties bij bewoners van de polders. Op 15 juli 1672 besloot het stadsbestuur de sluizen rondom de stad tijdelijk te sluiten om het waterpeil te herstellen. De situatie was echter al zodanig uit de hand gelopen dat er ‘s middag een grote menigte boeren aan de Dijkpoort verscheen. Het stadsbestuur probeerde hen te wijzen op de gesloten sluizen, maar zonder resultaat. De groep baande zich een weg door de stadspoort en ging verder richting het stadhuis. Daar deed het stadsbestuur het voorstel om samen naar stadhouder Willem III te gaan. Om zeker te zijn dat de Gouwenaars hun woord hielden trokken de boeren het stadhuis binnen en gijzelden zij het stadsbestuur.
Ritmeester Winterrooij en zijn troepen besloten de confrontatie met de boeren niet aan te gaan. Prompt werd het huis van burgemeester Cinq geplunderd. De legerpost aan de Goejanverwellesluis werd gevraagd om militairen naar Gouda te sturen, en ook het kamp van stadhouder Willem III bij Bodegraven kreeg een dergelijke brief. De prins van Oranje was daar zelf niet aanwezig, maar Gouwenaar Hiëronymus van Beverningh wel. Hij was topdiplomaat en belangrijk adviseur van de stadhouder. Namens de stadhouder liet hij de boeren weten dat zij ‘allerspoedigst’ Gouda moesten verlaten. Anders zouden zij de ‘verontwaardiging’ van Willem III over zich afroepen. Kort nadat de trompetter van de prins deze boodschap in Gouda had verkondigd verlieten de boeren inderdaad de stad. Het stadsbestuur werd zo bevrijd uit de gijzeling die bijna een dag had geduurd.
De actie van de boeren had slechts beperkte gevolgen. De stadhouder zag ondanks aandringen van de Staten af van harde maatregelen tegen lokale incidenten. Bovendien maakte de aanhoudende Franse dreiging de noodzaak van de waterlinie duidelijk, waardoor ook het verzet afnam. Toen Gouda in december eindelijk besloot om de polders ten oosten van de Gouwe onder water te zetten was er nauwelijks protest.