Het Herthuis

door Dick den Braber - Sander Enderink
13 november 2018

Onrust in Gouda

„Het Herthuis speelde in het jaar 1672 tweemaal een rol in de historie van Gouda. De eerste keer dat de naam opdook, was eind juni. Die week ontstond er onrust in de stad.

Mensen uit Dordrecht vertelden overal rond dat de Dordtse bevolking tegen haar regenten in opstand was gekomen. En dat die vervolgens prins Willem III hadden uitgenodigd, om zich aan hem te onderwerpen.

Ze riepen de bevolking van Gouda op om hetzelfde te eisen van het stadsbestuur (zie ook het verhaal over de Kleiwegpoort). In hoeverre de bevolking hier gehoor aan wilde geven weet ik niet, maar de regenten maakten zich zorgen om de gemoederen van het gewone volk en achtten het zinvol om mee te buigen. Ze voelden hun positie in het gedrang komen: je had tenslotte weinig regenten en heel veel gewoon volk. De schutterij bewaakte wel de orde, maar bestond gewoon uit poorters. In hoeverre waren zij loyaal aan het stadsbestuur?

Angst
Hierbij speelde nog iets mee dat de angst onder het volk bevorderde: enkele dagen ervoor, op 24 juni, waren Woerden en Oudewater gevallen. De Fransen lagen op tien kilometer afstand achter een nog maar net vollopende waterlinie. Terwijl de dijken, de enige overgebleven toegangswegen door de linie, nog niet goed verdedigd werden: in Goejanverwellesluis waren onder meer Goudse schutters hard bezig met het opwerpen van een verdedigingswal.

Zelf had Gouda nog middeleeuwse stadsmuren. Een Frans kanon schoot daar zo doorheen, en de gracht rond de stad (de huidige singel) was zo breed niet. Gouda had verder veel te weinig mankracht noch wapens om de stad te verdedigen. De regenten hadden dus feitelijk gefaald op dit punt, en de bevolking wist dit ook. Het volk zag de prins als enige man die hen kon redden.

Steeds machtiger
Maar goed, de regenten werden hierdoor dus bang dat de bevolking hen zou willen afzetten. Omdat het volk hen niet geschikt vond om de stad te verdedigen. Daarom besloten ze om de prins uit te nodigen voor een diner. Eigenlijk uit pr-overwegingen: als het volk de prins met hun stadsbestuur handen zou zien schudden, zou de onrust hopelijk bedaren. Om dit te bevorderen, vroegen ze de prins in de uitnodigingsbrief van 28 juni of hij de bevolking hierbij wilde melden dat de regenten hun werk goed deden (hoewel dat dus helemaal niet waar was), en dat ze de prins respectvol hadden ontvangen. Bedenk dat hij pas 21 was en voordien als Kind van Staat altijd onder het gezag van de regenten had gestaan.

In ruil hiervoor schreven ze dat ze hem zouden steunen „bij verdere ontwikkelingen”. Lees: bij een stemming in een Statenvergadering over zijn benoeming tot stadhouder. Zo hoopten ze zijn gunst te verwerven. Officieel was de prins slechts bevelhebber in dienst van de Staten, maar het was duidelijk dat zijn positie steeds machtiger werd.

Machtswisseling
De uitnodigingsbrief werd bezorgd door een delegatie van vijf mensen, onder wie Hieronymus van Beverningh. Hij was een Gouwenaar met een zeer vooraanstaande positie: de Staten hadden hem aangesteld als gedeputeerde aan wie de prins verantwoording moest afleggen over zijn besluiten als bevelhebber. Van Beverningh zat ook de krijgsraad voor, niet de prins. Maar nu vroeg hij dus of de prins naar Gouda wilde komen. Dat laat wel iets zien van de machtswisseling die gaande was.

Geen feestje
Op 30 juni stond de Goudse magistraat (de burgemeesters, schout en schepenen) buiten de Kleiwegpoort om de prins te ontvangen. Langs de weg naar de markt stond een erehaag van tweehonderd schutters om de prins van een ruime doorgang te verzekeren. Op de straten zal het wel druk geweest zijn, gezien de dreiging van de Fransen en de status van de prins.

Eerst reed de prins naar het stadhuis voor een onderhoud, daarna kreeg hij een maaltijd in het Herthuis aangeboden. Het was toen een herenlogement waar regenten belangrijke gasten ontvingen, zoals burgemeesters uit andere steden, hoge legerofficieren en nu dus de prins. Het was een grote maaltijd, in overeenstemming met het belang van de gasten en het gewicht van de gebeurtenis. Het was waarschijnlijk ook een redelijk groot gezelschap van de magistraat, de prins en zijn gevolg, en wellicht nog enkele andere belangrijke Gouwenaars. Die hebben daar gedineerd.

De bevolking kreeg verder geen feestje aangeboden van de stad. Zij moesten het doen met de toezegging van de prins dat hij de stad zou beschermen. We lezen later niet meer van opstand in de stad. Dat doel was dus bereikt.”

Verteld door Sander Enderink, Gouds historicus en schrijver van het onderzoeksverslag ”Gouda en de Oude Hollandse Waterlinie” (2018).

Dit verhaal is geschreven door Dick den Braber voor het project Gouda Vestingstad van het Historisch Platform Gouda ism Stichtingen Oude Hollandse Waterlinie en Struinen en Vorsen. Dit verhaal mag gepubliceerd worden, mits er een verwijzing en (indien dit digitaal gebeurt) een koppeling naar de bron en het volledige verhaal bij komt te staan.

Bekijk ook…

Meer op deze site over: