Het Meijepad en Pietje Potlood
Het Meijepad stelde ooit rooms-katholieke Nieuwkopers eeuwenlang in staat hun kerk in de Meije te bezoeken. De gang over het kerkenpad kostte de kerkgangers destijds wel een oortje, een halve stuiver; vandaar ook de naam Oortjespad.
Het kan er op het smalle fiets- annex wandelpad vooral in de zomermaanden heel druk zijn, maar de tocht dwars door de Zuideinderplas verdrijft al het ongemak. De waterplas oogt majestueus. Nu en dan bieden de steigers voldoende gelegenheid om de drukte even te ontvluchten. Het zicht mag dan hier en daar wat worden belemmerd door de begroeiing, waar het wel volledig is, zoals vlak vóór het ophaalbruggetje, is het werkelijk magistraal. Even bijzonder is aan het eind van het Meijepad de blik op ‘Piet Potlood ‘.
De watertoren – 57 meter hoog – is in het begin van jaren ’30 van de vorige eeuw gebouwd volgens een toen revolutionair systeem (‘glijbekisting’). De toren is voorzien van een stevige fundering, waarvoor destijds 365 heipalen nodig waren. Het waterreservoir in de bodem is 450 kubieke meter groot. ‘Piet Potlood’, zoals de watertoren in de volksmond wordt genoemd, kreeg in 1977 z’n witte huid.
Loek Heskes
Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de auteur.