Het Van Beverningh kapel
Een vergeten held
„Hieronymus van Beverningh zie ik als een vergeten held van Gouda. Hij was een geboren Gouwenaar die in de Gouden Eeuw uitgroeide tot, wat mij betreft, de succesvolste diplomaat van Nederland.
Hij leefde van 1614 tot 1690. Hier, aan de zuidkant van het koor van de Sint-Janskerk, staat zijn grafkapel. In 1672 speelde hij een hoofdrol – daar vertel ik zo over – maar ook daarvoor al. Als Statenlid van Holland, thesaurier-generaal (rijksschatmeester) en vooral als diplomaat moest Van Beverningh vaak op pad. Zijn taak was dan om met potentiële bondgenoten, beter gezegd huidige vijanden, te onderhandelen over een verbond. Het was een roerige tijd, waarin Nederland veel vijanden had. Met Engeland vocht Nederland een hevige concurrentiestrijd om de handel op zee, en Frankrijk had onder de Zonnekoning Lodewijk XIV last van expansiedrift.
Geheim
Nederland was niet in de positie om op eigen kracht vrede met deze machten af te dwingen. Diplomatie was dus ontzettend belangrijk. Van Beverningh bezat hiervoor grote kwaliteiten. Verder was hij een persoonlijke vriend van de machtigste man van de republiek, Johan de Witt.
In 1654 vertegenwoordigde hij als gezant de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bij vredesonderhandelingen met Engeland, die leidden tot de Vrede van Westminster. Mede op aandringen van landvoogd Oliver Cromwell stelden de Staten van Holland en West-Friesland hierbij een geheime clausule op: de Akte van Seclusie. Ook bij de totstandkoming van deze akte was Van Beverningh direct betrokken. Hierin beloofden deze veruit machtigste Staten van de republiek dat zij nooit meer een stadhouder zouden aanstellen. Cromwell wilde, na de onthoofding van koning Karel Stuart I, voorkomen dat er opnieuw een Stuart aan de macht zou komen. Dit had direct te maken met prins Willem III: zijn moeder Mary Henrietta Stuart was de oudste dochter van Koning Karel I. Later zou hij zelf trouwen met zijn nicht Mary Stuart, en via haar daadwerkelijk op de troon van Engeland komen. Nadat Van Beverningh met succes de vrede met Engeland had bewerkstelligd, onthaalde Gouda hem als een held.
Groot gezag
In het rampjaar 1672 gebeurde er echter iets opmerkelijks. Dit begon toen hij als gedeputeerde te velde intensief contact kreeg met prins Willem III. De prins was aangesteld voor één veldtocht, en moest voor elke krijgshandeling verantwoording afleggen aan Van Beverningh. Maar al snel krijgt de prins steeds meer macht. Opmerkelijk genoeg steunt Van Beverningh hem hierin. Hij maakt dus een omwenteling door van republikeins naar prinsgezind.
Met Gouda heeft hij dat jaar meerdere keren contact. Daar heeft hij groot gezag. Dat blijkt als Gouda weigert de Mallegatsluis te openen om water vanuit de Hollandsche IJssel via de Gouwe naar de waterlinie te laten stromen. Pas als Van Beverningh dit expliciet beveelt, gaan op 19 juni de sluizen open.
Kort daarop redt hij de regenten, bij een gijzeling op het stadhuis. Twee weken later, voorafgaand aan de intocht van de prins, maakt hij deel uit van de delegatie die de prins uitnodigt. Beide voorvallen kun je in een ander verhaal lezen.
Zonnekoning
Ook na de benoeming van prins Willem III blijft Van Beverningh zijn rol als diplomaat behouden. Ter voorbereidingen op de officiële vredesonderhandelingen met Frankrijk voert hij in 1678 zelfs één-op-één een gesprek met koning Lodewijk XIV. Als de Vrede van Nijmegen een feit is, spreken collega-diplomaten gekscherend over de Vrede van Van Beveningh. Zo’n belangrijke rol had hij gespeeld.”
Verteld door Jaap van Rijn, coördinator van de Stichting Goudse Sint-Jan.
Dit verhaal is geschreven door Dick den Braber voor het project Gouda Vestingstad van het Historisch Platform Gouda ism Stichtingen Oude Hollandse Waterlinie en Struinen en Vorsen. Dit verhaal mag gepubliceerd worden, mits er een verwijzing en (indien dit digitaal gebeurt) een koppeling naar de bron en het volledige verhaal bij komt te staan.