Kaasverleden zichtbaar
Reeds in 1920 kende Bodegraven een fileprobleem. Op dinsdagmorgen verstopten de wegen rond het dorp met kaasbrikken. Zo’n 700 boeren met paard en wagen rukten dan op naar de plaatselijke kaasmarkt, maar stonden er in lange rijen op hun beurt te wachten. Wat in enkele jaren uitgroeide tot de grootste boerenkaasmarkt in Nederland, was in 1882 begonnen met 5 handelaren en 7 boeren. Na 10 weken waren dat er al meer dan 100 en in 1920 werden door 700 trotse boeren bijna 10.000 partijen kaas aangevoerd. Het resultaat van voornamelijk vrouwenwerk, want kaasbereiding was de taak van de boerin.
Het succes bleef niet onopgemerkt; de Goudse kaasmarkt, die aanvankelijk 4 keer per jaar plaatsvond, promoveerde tot weekmarkt en binnen enkele jaren hadden ook Alpen a/d Rijn, Oudewater en Woerden hun eigen kaasmarkt. Maar die in Bodegraven bleef toch de hot spot. De Hollandse kade in de Meije werd speciaal voor de brikken verhard om de boeren uit Wilnis naar Boreft te lokken. Van de talloze kaaspakhuizen uit de bloeiperiode zijn er nog veel terug te vinden, echter vaak met een nieuwe bestemming.
Na de crisisjaren stort de handel in. Concurrentie van de goedkopere fabriekskaas geeft de genadeklap. Na meer dan 100 jaar valt in 2000 tenslotte het doek en sluit de markt.
Tegenwoordig zet de boer zijn zelgemaakte kwaliteitsproduct af via boerderijwinkels of handel aan huis.
Zo kun je nog heerlijke boerenkaas kopen bij Kaasboerderij de Graaf. Het is wel een stukje lopen, maar tijdens de wandeling naar Buitenkerk 56 kun je mooi zien dat het vervoer van kaas over het water ging. Door de haken aan kaaspakhuizen langs de Oude Rijn om de kaas uit de boten te takkelen.
Pim Steenbergen i.o.v Struinen en Vorsen