Linschoten, van Heren en Ridders

Auteur Pim Steenbergen
door Pim Steenbergen
27 november 2018

Sprekend over Linschoten is enige nuancering nodig. De naam immers kan duiden op verschillende zaken. Het Huis te Linschoten met compleet landgoed, het prachtige riviertje langs de zandweg, het dorp met zijn pittoreske uitstraling of het hele buurtschap. Zeker is dat de eerste schriftelijke aanduiding als Lindescote uit 1172 stamt. Waar de naam precies vandaan komt is niet duidelijk, in Overijssel staat Linde voor water of beek en Cote voor een kleine boerderij, herkenbaar in het woord keuterboer.

Vroeger moet het stroompje ‘De Linschoten’ een zijtak van de Rijn geweest zijn, gezien de aanzienlijke kleiruggen in de omgeving. De meeste klei is afgeticheld voor de baksteen- en dakpanindustrie in Woerden. De stroomruggen werden benut om versterkingen op te bouwen. Ze lagen hier niet ver van elkaar ‘Heulestein’, Zulen, Te Nesse, Wulverhorst en ‘Het Huis Linschoten’. Ze zijn allen weer verdwenen.

Een goede toeschouwer kan toegangspoorten of boerderijen van die naam nog terugvinden. Het huidige Huis te Linschoten kunt u niet missen, in de 17e eeuw herbouwd op een andere plaats door Johan Strick van Linschoten. Het kreeg de uitstraling van een weerbare ridderhofstede met slotgracht, maar het ging daarbij vooral om status.

In 1891 kocht G. Ribbius Peletier het landgoed en sinds de dood van de laatste Peletier in 1939, behartigt de ‘Stichting tot behoud van het landgoed Linschoten’ de belangen. Het landgoed herbergt vele boerderijen en bijgebouwen waaronder de ijskelder, een enorme 18e eeuwse koelkast waarin ijs uit de gracht de hele zomer werd bewaard voor huishoudelijk gebruik.

Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.

Bekijk ook…

Meer op deze site over: