Nep-kastelen

Auteur Pim Steenbergen
door Pim Steenbergen
20 november 2018

Toen in de 17e (gouden) eeuw de zaken erg goed gingen in de Republiek Holland, werd er erg veel geld geïnvesteerd in onroerend goed door de bemiddelde burgers. Niet alleen langs de Vecht verschenen statige buitenverblijven, ook in onze streek lieten welgestelde zakenlieden op het platte land voorname hofsteden optrekken. Niet om er te boeren, vaak werd er gebruik gemaakt van een zetboer, maar meer als statussymbool, voor de jacht of gewoon als geldbelegging.

De toegangspoorten en gebouwen kregen dan ook vaak een kasteelachtige uitstraling, waar natuurlijk ook een passende naam bij hoorde. Knodsenburg in Nieuwerbrug, Gansenburgh bij Haastrecht, Wiltenburg in Sluipwijk en Leeuwenstein bij Linschoten, nu allemaal oude statige hoeven met voorname poorten, hekken, en andere ornamenten, maar eigenlijk nep-landgoedjes in hun tijd. Als boerderij nu zeer oud en fraai, vertellen ze hun eigen verhaal.

Een bijzonder voorbeeld is ook de Paarden-burgh in Bodegraven.

Een prachtige gevelsteen met twee steigerende paarden naast een kasteeltoren sieren het voorhuis. Een legende doet de ronde dat de rijke boer de dokter weigerde te halen voor zijn doodzieke vrouw. Uit angst voor een hoge rekening en hopend op een wonder bezwoer hij, dat nog eerder zijn paarden de trap van zijn burcht zouden bestijgen dan de geneesheer. En zo geschiedde, de boerin bezweek en de paarden werden vereeuwigd boven de deur.

Bron: routeboekje Tureluren en Flierefluiten in het Groene Hart, auteur Pim Steenbergen, tekeningen Hans Ringers. Uitgever: stichting Struinen en Vorsen.
©2015 Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de uitgever en auteur.

Bekijk ook…