Zwammerdam, een rijke geschiedenis

Auteur Loek Hekses
door Loek Hekses
20 december 2022

Zwammerdam was tot 1964 een zelfstandige gemeente. Sindsdien maakt de grootste woonkern deel uit van de gemeente Alphen aan den Rijn. Andere, vooral plattelandsdelen van de toenmalige gemeente zijn destijds ingedeeld bij Bodegraven en Reeuwijk.

De geschiedenis van Zwammerdam gaat ver terug. In het jaar 47 stichtten de Romeinen de nederzetting Nigrum Pullum aan de (Oude) Rijn, de noordgrens (limes) van het Romeinse rijk. Nigrum Pullum betekent ‘zwarte aarde’, en is een verwijzing naar de donkere veengrond. Nigrum Pullum was een klein grensfort, een castellum met vlootfaciliteiten. Het fort moet een bezetting van zo’n 300 man hebben gehad. De huidige Spoorlaan in Zwammerdam was ooit de verbindingsweg met andere castella, zoals Albaniana in Alphen aan den Rijn. Wellicht was aan de Spoorlaan een wachtpost (‘statio’) gesitueerd met eenheden van het 30ste legioen van het Romeinse leger.

Nigrum Pullum werd tijdens de Bataafse opstand in het jaar 69 verwoest. Elf jaar later, in het jaar 80, werd op dezelfde plaats een nieuw houten castellum gebouwd, dat weer bijna 100 jaar later, in 175, in steen werd herbouwd. Rond 275 werd het legerkamp door brand verwoest, waarna de Romeinen het voorgoed verlieten.

Archeologisch onderzoek tussen 1968 en 1974 heeft waardevolle vondsten opgeleverd van het legerkamp dat in 80 was gebouwd. Zo zijn zes rivierschepen opgegraven: drie vissersboten van uitgeholde eikenstammen en drie militaire platbodems tot maximaal 34 meter lengte die voor zware transporten werden gebruikt.

Zwammerdam is één van de belangrijkste vindplaatsen in noord-west-Europa uit de Romeinse tijd. De drassige ondergrond is gunstig geweest voor de natuurlijke conservering. In het Alphense themapark Archeon is een reconstructie te bezichtigen van een transportschip. Ook op het terrein van Hooge Burch zijn restanten van opgravingen te zien.

In de Middeleeuwen, na de Sint Thomasvloed in 1163, werd op gezag van graaf Floris III bij het toenmalige Suadenburch een dam in de (Oude) Rijn aangelegd. De dam moest voorkomen dat het water van de Rijn uit het Sticht (Utrecht) Holland zou binnenstromen. Talrijke en langdurige overstromingen in zowel Holland als in het Sticht waren echter het gevolg van de damaanleg. Twee jaar na de bouw van de dam kreeg graaf Floris per keizerlijk decreet (keizer Friedrich I von Hohenstaufen – roodbaard/Barbarossa) de opdracht een doorlaat in de dam aan te brengen. Het heeft overigens nog tot 1495 geduurd voordat de waterhuishouding in het gehele gebied naar ieders tevredenheid was geregeld.

De naam Suadenburcherdam is uiteindelijk tot Zwammerdam verbasterd.

Auteur Loek Hekses
Niets van deze tekst mag geheel of gedeeltelijk vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder toestemming van de auteur.

Bekijk ook…